VERONDERSTELDE PROFETIEËN IN DE BIJBEL
DIE NAAR MOHAMMED WIJZEN
De koran zegt dat:
Vinden we daar enig verslag van in de bijbel?
Ahmed is een vorm van de naam Mohammed, beide betekenen “de verhevene”. In het Grieks worden we verteld dat dit “periklytos” zou zijn. Nu vinden we in het evangelie van Johannes, hoofdstuk 14:16:
Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger [“parakletos”] te geven, die altijd bij je zal zijn
Op grond van de korantekst beweren moslims dat dit vers een vervalsing uitgevoerd door christenen is, om daarmee de voorspelde komst van Mohammed te camoufleren, die voor moslims zo duidelijk voorspeld wordt in de bovenstaande tekst. We moeten, echter, zeggen dat alle manuscript teksten van dit evangelie van Johannes, die het woord ‘parakletos’ en niet ‘periklytos’ bevatten, honderden jaren terug dateren voor de komst van Mohammed. Verder vertelt het volgende vers ons dat de ‘parakletos’
de Geest van de waarheid. De wereld kan hem niet ontvangen, want ze ziet hem niet en kent hem niet. Jullie kennen hem wel, want hij woont in jullie en zal in jullie blijven. (Cursieve weergave is van mij)
Het moet daarom zeer duidelijk zijn dat iedere interpretatie die Mohammed in de plaats van de Heilige Geest zet, niet in lijn met de feiten is.
‘De HEER verscheen vanaf de Sinai,
zijn licht bescheen hen van de Seïr,
met luister kwam hij van de bergen van Paran.
En hij kwam van tienduizenden van heiligheid.
bliksem flitste uit zijn rechterhand.
3 Hij kreeg Israëls stammen lief,
hij hield al de zijnen in zijn hand.
Ze waren gezeten aan zijn voeten
en ontvingen zijn onderwijzing.
4 Mozes gaf ons zijn onderricht
als een kostbaar bezit voor Jakobs volk.
5 Zo werd de HEER koning van Jesurun,
terwijl de oudsten van het volk bijeen waren
en de stammen van Israël zich verzameld hadden. (Deuteronomium 33:1-5).
Moslims nemen vaak het tweede vers van deze tekst en beweren dat toen de HEER van Sinaï kwam, hij via Mozes kwam; toen hij opstond van Seïr, hij in Jezus kwam; en toen hij verscheen van de berg Paran en met tienduizenden heiligen kwam, hij in Mohammed kwam. Deze studie biedt geen exegese van deze verzen, maar het is zeer duidelijk van de context dat deze tekst naar Jahweh en niet naar Mozes of iemand anders verwijst! De islamitische interpretatie van dit vers is absurd. Behalve dit, is het gebaseerd op de fout dat berg Paran ergens op het Arabische Schiereiland niet ver van Mekka is. Iedere student van bijbelse geografie weet dat de twee bergen (Seïr en Sinaï) en het gebergte Paran op het Sinaï Schiereiland, ongeveer 1.000 km van Mekka verwijderd liggen.
Een ander vers dat moslims beschouwen als een profetie dat betrekking heeft op Mohammed is in Johannes 1:19-:
Hoewel moslims vastbesloten ieder ander deel van hetzelfde hoofdstuk verwerpen, die in geen mis te verstane termen de godheid van Christus verkondigen, achten zij het passend om aan te nemen dat “de profeet” de te verwachten Mohammed was. Israël verwachtte in die tijd een profeet, “de” profeet van God in de situatie waarin zij leefden. Hij is degene aangekondigd in Deuteronomium 18:15 en verder:
Dat deze “profeet” Jezus is wordt duidelijk in Handelingen 3:17-23 gezegd:
17 Volksgenoten, ik weet dat u uit onwetendheid hebt gehandeld, evenals uw leiders. 18 Zo heeft God echter in vervulling doen gaan wat hij bij monde van alle profeten had aangekondigd: dat zijn messias zou lijden en sterven. 19 Wend u af van uw huidige leven en keer terug tot God om vergeving te krijgen voor uw zonden. 20 Dan zal de Heer een tijd van rust doen aanbreken en zal hij de messias zenden die hij voor u bestemd heeft. Dat is Jezus, 21 die in de hemel moest worden opgenomen tot de tijd aanbreekt waarover God van oudsher bij monde van zijn heilige profeten heeft gesproken en waarin alles zal worden hersteld. 22 Mozes heeft al gezegd: “De Heer, uw God, zal in uw midden een profeet zoals ik laten opstaan; luister naar hem en naar alles wat hij u zal zeggen. 23 Wie niet naar deze profeet luistert, zal uit het volk gestoten worden.”
In de hoofden van de joden, echter, was “de profeet” niet de Messias:
Toen de mensen in de menigte dit hoorden zeiden ze: ‘Dit moet wel de profeet zijn.’ 41 Anderen beweerden: ‘Het is de messias,’ (Johannes 7:40).
13 Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam, vroeg hij zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’ 14 Ze antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten.’ 15 Toen vroeg hij hun: ‘En wie ben ik volgens jullie?’ 16 ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. (Matteüs 16:13-16).
Los van alles, de Farizeeën, deel uitmakend van het Verkoren Volk, verwachten niet dat een heiden de profeet die moest komen zou zijn. (Zie Deuteronomium 18:15): “Een profeet uit uw midden... zal de Here uw God u verwekken” dat wil zeggen de joden)
Daarom is de profeet, zonder twijfel, de Messias.
De meest gebruikte van alle veronderstelde profetieën over Mohammed, wordt gevonden in het boek Deuteronomium 18:15-22:
15 Hij zal in uw midden profeten laten opstaan, profeten zoals ik. Naar hen moet u luisteren. 16 U hebt de HEER daar immers zelf om gevraagd, toen u bij de Horeb bijeen was? U zei: ‘Wij kunnen het stemgeluid van de HEER, onze God, en de aanblik van dit enorme vuur niet langer verdragen; dat overleven we niet.’ 17 De HEER heeft toen tegen mij gezegd: ‘Zij hebben goed gesproken. 18 Ik zal in hun midden profeten laten opstaan zoals jij. Ik zal hun mijn woorden ingeven, en zij zullen het volk alles overbrengen wat ik hun opdraag. 19 Wie niet wil luisteren naar de woorden die zij in mijn naam spreken, zal ik ter verantwoording roepen. 20 Maar als een profeet de euvele moed heeft om in mijn naam iets te zeggen dat ik hem niet heb opgedragen, of om in de naam van andere goden te spreken, dan moet hij ter dood gebracht worden.’ 21 Misschien vraagt u zich af: Is er een manier om te bepalen of een profetie al dan niet van de HEER komt? 22 Die is er inderdaad: als een profeet zegt te spreken in de naam van de HEER, maar zijn woorden komen niet uit en er gebeurt niets, dan is dat geen profetie van de HEER geweest. Heb geen ontzag voor een profeet die zich dat aanmatigt.
Het laatste gedeelte van deze tekst verdient veel aandacht: want Mohammed zelf geeft sterk aan dat hij de profeet is waar hier naar verwezen wordt (Soera’s 2:129,159; 3:81,164; 7:157).
De islamitische interpretatie van de tekst in Deuteronomium is als volgt:
Wij bestrijden dat:
We willen graag de nummers i, ii, v, vi en xi weerspreken, die geen overeenkomsten tonen, maar daarentegen contrasten.
Nummer iii wordt in de moslimwereld algemeen aanvaard. Maar als christenen dagen we moslims uit om de bewering te onderbouwen dat de koran superieur is aan de bijbel. We willen graag precies weten in welke opzichten hij beter is dan de bijbel, of er toevoegingen of uitbreidingen zijn die de koran verbeteren in vergelijking met de bijbel, en –tenslotte- welk superieur bewijs tot de waarheid er is en in welk opzicht Mohammed superieur ten opzichte van Jezus was.
Maar bovenal, de bijbelse tekst zelf verklaart duidelijk en opmerkelijk, dat de profeet van uit uw midden zou komen. Dit kan alleen betekenen dat de profeet een jood moest zijn.
Het argument dat moslims soms gebruiken, namelijk dat profeet “uit uw broederen” moest komen (dat wil zeggen de broer van Izaäk was Ismaël, dus moest hij van de Ismaëlieten komen) moet worden verworpen, omdat “uit uw midden” moeilijk kan verwijzen naar degenenen buiten het Verbond. Echter, omdat we druk zijn met een lijst van overeenkomsten tussen Mozes en de profeet, laten we een andere lijst bekijken:
Ter afsluiting, we mogen zeggen dat Mozes water uit een rots produceerde en in het nieuwe testament worden ons verteld dat “Die rots Christus was” en hij zei: ‘Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken!' (1 Korintiërs 10:4, Johannes 7:37-38, 4:13-14)
Er zijn andere mindere “profetieën”, die hier beschouwd kunnen worden, maar we achten ze te onbelangrijk om mee te nemen. Echter, we moeten opmerken dat als een moslim zich baseert op de bijbel omdat het profetieën over Mohammed bevat en hij acht deze profetieën als een bewijs van de waarheid van zijn beweringen, dan door zo te doen bevestigt hij in feite dat de bijbel vrij van corruptie is, anders zou hij bouwen op zand. (J. Christensen).